Afgekeurd, deugt niet en heidens; dat was het oordeel. Ze moest wel ten einde raad zijn. Hoe had ze mij afgekeurd, voor heiden uitgemaakt en genegeerd. Ik heb de pijn gevoeld, ik heb me zo afgewezen gevoeld en buiten gezet, maar ik kon niet anders. Er zijn heel wat pogingen geweest om mij op het rechte pad te houden. Dwang, afkeuring, negeren, buitensluiting, roddels. Ik heb mij dat label ‘afkeurenswaardig’ eigen gemaakt. Ik was niet goed genoeg. Mijn dochter draagt mogelijk mijn last. Zij probeert nu alles te doen, om te laten zien, hoe anders ze is, door te choqueren,…